Alle modellen die in 1969 op de markt kwamen droegen de typeaanduiding /5. Bovendien zou vanaf dit moment de cilinderinhoud af te leiden zijn van de typenaam. Zo kwam er de R 75/5 van 750 cc. Ontwerptechnisch was de serie een sprong vooruit. De motorfietsen waren dan ook helemaal nieuw ontwikkeld, uitgezonderd de telescoopvoorvork.
Het instrumentarium was met de R75/5 uitgebreid met een toerenteller, geïntegreerd in een unit met de snelheidsmeter/kilometerteller en voorzien van een controlelicht voor oliedruk (oranje), laadstroom (rood), ongedimd koplicht (blauw), en vrijstand versnellingsbak (groen). De uitlaten waren licht omhoog gebogen en droegen zo bij aan het moderne uiterlijk. Een heel belangrijke wijziging was de verplaatsing van de nokkenas. Doordat die nu onder de krukas lag, konden de stoterstangen naar de onderkant van de cilinders verhuizen. Die cilinders kwamen daardoor hoger te zitten, waardoor er meer grondspeling ontstond en de hellingshoek in bochten groter werd. Bovendien kwam het zwaartepunt van de motor lager te liggen. De 6 volt elektrische installatie was vervangen door 12 V. Alle modellen hadden een startmotor, hoewel ook nog een kickstarter was gemonteerd. Dankzij de verbeterde stuureigenschappen kon met name het topmodel R 75/5 meekomen met sterkere concurrenten.
Deze BMW R75/5 werd in de jaren zeventig ook wel "Gummikuh" ofwel "Rubberen koe" genoemd, omwille van hun zachte, comfortabele ophanging.
Dit exemplaar met een lage kilometerstand bevat volgende accessoires: